De eerste aantekeningen van de secretaris beginnen weer in 1803. In dat jaar werd weer Grote Bronk gehouden. Het was in die lijd gebruikelijk om elk jaar op de vogel te schieten. In de jaren ’50 van de 19de eeuw begon men van deze regel af te wijken. Zo werd in de periode 1838-1844 om de twee jaar geschoten. Tussen 1844 en 1861 was er Grote Bronk in 1848, in 1850, in 1855, in 1857 en in 1861. Vanaf 1861 werd om de vier jaar geschoten met uitzondering van de periode 1884 1890 toen er zes jaar lag tussen de beide Bronken. Rond 1850 moeten ook de voorladers, daterend uit de Napoleontische tijd in gebruik zijn genomen De schutterij telde toen 84 geweerdragers. Vreemd genoeg wordt van het in gebruik nemen van deze geweren in de archieven geen melding gemaakt. Volgens de overlevering zijn ze geschonken door Hermanus Gauthier, schepen van Maastricht die gehuwd was met Emerentiana Lebens. Het echtpaar bewoonde het voormalige rentmeestershuis van het graafschap Gronsveld, thans Rijksweg 91.